Rinus VeeKay kijkt vooruit naar Detroit: “Ik denk dat het weer heel close wordt”
Arrow McLaren SP-coureur Felix Rosenqvist vertelde me eerder deze week dat weekends als deze de NTT IndyCar Series zo boeiend en aantrekkelijk maken. Amper twee weken geleden snelde hij nog rond de superspeedway van Indianapolis; komend weekend stuitert hij weer over de putdeksels van een stratencircuit in Noord-Amerika.
En stuiteren is een zekerheidje op de wegen rond Belle Isle, het park op een eiland midden in de Detroit River. Het wegdek in Michigan, jaar in jaar uit geteisterd door bar koude winters en bloedhete zomers, zou elders al lang geleden vervangen zijn. Maar dit is Detroit, de al decennia worstelende stad die nog maar enkele jaren geleden failliet werd verklaard, waardoor er in de gemeentekas vooralsnog geen centen te vinden zijn voor een nieuwe laag asfalt.
Voor Rinus VeeKay wordt de uitdaging in Detroit nog een stapje groter: hij heeft immers nooit op Belle Isle gereden. Indy Lights reed in 2012 voor het laatst op Belle Isle, en de IndyCar Series sloegen de race in 2020 over vanwege de pandemie. Concurrent Alex Palou zit in hetzelfde schuitje (net als Jack Harvey, Scott McLaughlin, Romain Grosjean, Dalton Kellett en Jimmie Johnson).
Ondanks die lichte handicap kijkt Rinus uit naar het weekend in Detroit. “Ik heb er heel veel zin in,” vertelt hij vanuit de auto op weg naar Motown. “We hebben een heel goede simsessie gehad (op woensdag) en heel veel geleerd. Het is wel een apart baantje hoor. Het is een heel ruige baan, waar je aanvallend moet rijden en je kan best een beetje met de auto gooien. Dat ligt me wel denk ik.”
Belle Isle is een heel andere baan dan hij gewend is, voegt hij daar aan toe. “Als je het vergelijkt met bijvoorbeeld de IMS road course, dat is een heel vloeiende baan. Belle Isle is veel meer stop and go overal, dus je hebt een heel andere rijstijl nodig.”
Hij maakt zich geen zorgen over het slechte wegdek. “St Petersburg was vroeger net zo. Detroit lijkt een beetje op Sebring, met al dat asfalt en beton,” lacht hij, verwijzend naar de baan in Florida waar Ed Carpenter Racing in het voorseizoen een goede test aflegde. “Maar uiteindelijk is het voor iedereen hetzelfde. Ik denk ook dat het weer heel close wordt dit weekend.”
Een andere mogelijke handicap is de hitte, die in St Petersburg voor de nodige problemen zorgde bij een aantal coureurs. Net als in Florida wordt het dit weekend in Detroit rond de 30 graden, en het aeroscreen zorgde in St Pete bij die temperaturen voor een tekort aan koeling in de cockpit. Bovendien moeten de rijders dit weekend niet één, maar twee raceafstanden afleggen.
“Het zal zeker wel zwaar worden met twee races, maar ik denk ook dat het wel te doen is,” zegt Rinus als ik hem vraag of hij zich zorgen maakt over de warmte. “We zitten ook in een wedstrijdritme nu, dus dan gaat het altijd beter.” Hij legt uit dat het team nog gekeken heeft naar de mogelijkheid om speciale cooling suits te gebruiken, zoals de rijders van Andretti dat al deden. “Maar die schijnen ook niet veel te helpen. Dus uiteindelijk is het gewoon zorgen dat je fit bent en goed presteren.”
Tot slot dan: hij staat nu vijfde in het kampioenschap, maar dat betekent niet dat hij nu heel anders gaat rijden of races anders benadert. “Natuurlijk wil je altijd finishen, maar je kant niet alleen maar op safe gaan rijden,” zegt Rinus. “Je moet een beetje een goede middenweg vinden en ik denk dat ik die wel heb. Ik voel me in ieder geval goed en ik denk dat we weer een sterke auto hebben.”
© Alle tekst: Jeroen Demmendaal