Rinus VeeKay test weer als snelste op Barber: “We hebben het goed voor elkaar als team”
We moeten nog bijna twee maanden wachten tot de start van het IndyCar-seizoen 2021, maar één ding is zeker: Rinus “VeeKay” van Kalmthout zit lekker in zijn vel. Logisch ook: nadat hij afgelopen november al een keer de snelste van iedereen was tijdens een test op Barber Motorsports Park in Alabama, herhaalde hij dat kunstje deze week nog een keer. Hoog tijd voor een belletje met “RocketRinus”.
Afgelopen november was je ook al de snelste op Barber. Deze baan ligt je goed?
“Hij ligt me inmiddels super eigenlijk. Het grappige is: mijn laatste race hier was in Pro Mazda, en in vier races in USF2000 en Pro Mazda heb ik hier maar één podium gehaald. Dus tot voor kort heeft de baan me nooit echt gelegen, ik vond het altijd een beetje lastig. Ik weet nog dat ik vorig jaar tegen het team zei: Barber, we gaan wel zien hoe het daar gaat. Maar nu hebben we hier twee keer getest, en ik ben twee keer de snelste.”
Dus het is bijna alsof de overstap naar de snellere IndyCar de sleutel is geweest?
“Ja dat denk ik wel. Ze hebben volgens mij ook een repave gedaan met nieuw asfalt. Ik denk dat ik gisteren bijna twee seconden sneller was dan normaal, doordat er zoveel grip is. Ik hou van downforce en dat heb je zeker op dit circuit. En de auto ligt ook gewoon goed. We hebben het echt goed voor elkaar als team. Steeds als we naar die laatste set snelle banden gaan en alles op alles zetten, dan heb ik gewoon een auto waar ik alles mee kan doen.”
Enerzijds is een snelste tijd natuurlijk lekker voor het gevoel, maar tegelijkertijd is er ook het aloude cliché van ‘het is maar een test’. Of?
“Ik denk dat je er nooit helemaal van uit kan gaan dat het in de races ook zo gaat, maar de snelste zijn in een test is nooit een slecht teken. Iedereen wil toch wel even vlammen op die laatste set banden, en dat heb ik zelf ook. Uiteindelijk hebben we het gewoon goed voor elkaar qua aanpassingen aan de auto. We hebben ook pitstops geoefend en die zijn een stuk beter geworden. Alles loopt nu gewoon een stuk vloeiender, ik kan echt merken dat ik een seizoen IndyCar achter de rug heb.”
Je vertelde eerder dit jaar dat jullie in Sebring een nieuwe set dempers op de auto hadden — het voornaamste onderdeel aan de auto waar individuele teams het verschil kunnen maken. Hoe hebben jullie daar verder mee gewerkt op Barber?
“Klopt, daar zijn we nu inderdaad weer mee bezig geweest, en het voelde weer gewoon allemaal heel goed. Ik denk echt dat het team goed werk heeft verricht in het off season met de ontwikkeling van de nieuwe set dempers. De auto ligt goed, dus ik geloof echt dat we snel gaan zijn dit seizoen.”
Hoe zijn de taken tussen jou en teamgenoot Conor Daly verdeeld op zo’n testdag?
“We hebben allebei een eigen job gedurende zo’n dag, dus ik focus me dan bijvoorbeeld op de dempers en hij op de mechanische grip. En als hij dan even een pauze neemt, dan wisselen we de dempers even om tussen de auto’s. Op die manier proberen we van alles van elkaar uit, om van beide rijders feedback te hebben. Maar uiteindelijk hebben we ook allebei ons eigen, individuele plan tijdens een test.”
Opmerkelijk was dat het grote Team Penske net als in november niet bij de snelste tijden stond. Mijn eerste gedachte is dan: die zijn aan het sandbaggen. Wat denk jij?
“Ik weet het niet, het is altijd moeilijk te zeggen en je weet nooit precies wat hun testprogramma is. Het zijn natuurlijk wel gewoon slimme gasten bij Penske, dus kijk niet gek op als straks in de kwalificatie ineens een van die vier jongens weer bovenaan staat. Ze zijn eigenlijk altijd wel vooraan te vinden en zelfs als ze problemen hebben, dan lossen ze die altijd snel weer op. Josef Newgarden was aan het begin van de dag, tot de tweede helft van de middag, ook een van de snelsten.”
Wat ook opvalt: het hele veld zat binnen een seconde. Het gaat close worden dit jaar hè?
“Ja dat denk ik wel. Dat was vorig jaar al zo, maar ik denk zeker dit jaar, met wat meer tests en hopelijk volledige raceweekenden, dat het heel close gaat worden. Je ziet het ook aan andere jongens, bijvoorbeeld Dalton Kellett, die zijn echt stappen aan het maken. En die competitie maakt het natuurlijk ook veel leuker.”
Wat was jouw indruk van het debuut van Grosjean?
“Op de dag zelf ben ik er niet echt bezig mee geweest, maar op Barber word je wel echt in het diepe gegooid. Barber is echt Amerika: geen run-offs of niks, dus als je een fout maakt kom je op het gras en daar heb je vaak niet zo veel grip, haha. Dus ja, dit is echt een pittige baan voor je eerste test. Als je Formule 1 hebt gereden weet je natuurlijk wel hoe je een auto in de rondte stuurt, maar hij zal zich ook nog verder moeten aanpassen. Ik hoorde ook dat hij het fysiek wat zwaar had, en Barber is wat dat betreft een goed voorproefje. Maar ik ben wel benieuwd hoe hij het gaat doen. Voor de publiciteit van IndyCar is het in ieder geval niet verkeerd dat hij er is. Het veld wordt steeds sterker!”
Volgende week gaan jullie ook nog testen op Laguna Seca — wat is het plan daar?
“Volgens mij rijden Conor en ik allebei, maar ik weet het hele plan nog niet precies. We hebben één keer in de week een Facetime-call met het hele team waar we de plannen in detail bespreken, en die komt nog. Maar ik heb zeker zin in Laguna. Ik heb er natuurlijk maar twee races gereden, in Indy Lights, maar die heb ik wel allebei gewonnen. Dus het wordt erg leuk om daar weer terug te komen. En daarna gaan we echt beginnen.”
Tot slot: je hebt een nieuw helmdesign (en een nieuwe leverancier met Bell Helmets). Het design is niet radicaal anders, maar een mooie evolutie ten opzichte van vorig jaar. Vertel eens over het proces: heb jij veel eigen input in dit soort dingen of besteed je zoiets uit aan een ontwerper?
“Ik heb er wel heel veel uren ingestoken ja, haha! Ik heb nu het geluk dat ik kan werken met Geert Koops, mijn helmet artist. Toen ik nog aan het karten was wilde ik al een helm die door hem gespoten was, dus het is superleuk. Ik ben een paar keer bij hem thuis geweest om over wat ideeën heen te gaan. Die driehoekjes had ik altijd al in mijn hoofd, dat is net iets anders dan de rest. En dan de Senna-lijnen, die zaten ook al in de helm van mijn vader. Ja, ik vind het wel belangrijk dat het oranje goed te zien is, ik ben natuurlijk de enige Nederlander hier. Er komen ook nog wel wat andere helmen aan dit jaar, maar dan steeds met een twist — dus hetzelfde idee, maar net wat anders.”
Alle tekst © Jeroen Demmendaal
