Romain Grosjean na zijn IndyCar testdebuut: “Het voelde als thuiskomen”
Eén tiende van een seconde. Meer zat er niet tussen Romain Grosjean en zijn teamgenoot Ed Jones na afloop van de testdag op Barber Motorsports Park. Gezien het forse verschil in ervaring tussen de twee is de conclusie gerechtvaardigd dat Grosjean een prima eerste testdag in een IndyCar had.
Niet dat de Fransman en zijn team Dale Coyne Racing zich heel erg bezighielden met rondetijden. Er was immers genoeg te leren voor Grosjean, die nog nooit van zijn leven achter het stuur van een Dallara IndyCar had gezeten.
“Het belangrijkste was om te wennen aan de auto, om te begrijpen hoe alles werkt en om zeker te stellen dat mijn zitpositie goed was,” vertelt Grosjean, terwijl hij afgelopen nacht vanaf een parkeerplaats inbelde in een door INDYCAR georganiseerde media call. “We probeerden verschillende set-ups uit, zodat ik kon merken wat er gebeurt als we grote dingen aan de auto veranderen. Dus we richtten ons niet zo zeer op het vinden van de perfecte balans. Maar het voelde al snel erg comfortabel, als thuiskomen.”
De verschillen tussen een Formule 1-auto en een IndyCar waren meteen duidelijk voor Grosjean. Het ontbreken van een stuurbekrachtiging sprong vooral in het oog. “Dit is zonder twijfel het zwaarste stuurwiel dat ik ooit in handen gehad heb! Mijn spieren waren niet echt goed opgewarmd tijdens de eerste paar ronden, maar gelukkig werd het beter richting het einde, dus dat is een goed teken. Ik weet nu in ieder geval precies waar ik extra moet trainen in de sportschool. Maar de echte training komt tijdens de race, achter het stuur.”
Dat een IndyCar minder vermogen heeft dan een Formule 1-auto was uiteraard ook geen verrassing, maar volgens Grosjean is dat geen nadeel. “Uiteraard is er minder vermogen. Maar het viel me ook op dat de mechanische grip van de auto geweldig is. Daardoor kun je verschillende lijnen uitproberen in de bochten en de situatie zo aanpassen naar je eigen voorkeur.” Ook het aeroscreen leverde geen problemen op: “Ik vergat eerlijk gezegd dat het op de auto zat, dus dat is prima.”
Grosjean was naar eigen zeggen ook aangenaam verrast door de atmosfeer in de IndyCar-paddock, die doorgaans een stuk relaxter is dan in de Formule 1. Voorafgaand aan zijn komst naar Amerika had hij al van oud-collega’s als Marcus Ericsson gehoord dat de sfeer in IndyCar plezierig is, en zo bleek ook het geval. Met name de collegialiteit onderling beviel hem uitstekend.
“Het is geweldig,” vindt Grosjean. “Marcus had zeker gelijk en ik heb ook al wat goede gesprekken gehad met Sebastien Bourdais. Takuma Sato kwam meteen even langs, en ik zwaaide naar Simon Pagenaud toen hij voorbijreed in de pitstraat, en hij zwaaide terug. Dus wat dat betreft is het een goede dag geweest.” Dan, grappend: “Ik vertelde Ed Jones dat ik vroeger een klootzak was als teamgenoot, maar nu ben ik 35 en wil ik gewoon dat we vrienden zijn!”
Ondanks alle positieve indrukken was er toch een klein smetje op zijn dag, toen Grosjean na een dozijn ronden van de baan vloog in Turn 1. De grappenmakers op social media waren meteen in de weer, maar Grosjean haalt er zijn schouders over op. Hij wijst erop dat zulke momenten erbij hoort wanneer je kennismaakt met een nieuwe auto en ontdekt dat sommige dingen die in Formule 1 wel kunnen, in IndyCar anders werken.
“Ik ging gewoon te snel de bocht in,” legt hij uit. “Bij het aanremmen tikte ik ook even het gaspedaal aan, wat je vaak doet op hoge snelheid, maar de IndyCar heeft een mechanisch differentieel. Dus als je dat doet, opent het differentieel zich en wordt de auto instabiel, terwijl het in Formule 1 de auto juist zou stabiliseren. Dus dat was gewoon een leermoment. Daarna deed ik het niet meer en ging het een stuk beter.”
Gevraagd naar zijn gevoel wat betreft de (inofficiële) tijden houdt hij zich nog wat op de vlakte. Dat Grosjean in zijn allereerste test meteen zo dicht achter Ed Jones zit, die al drie seizoenen IndyCar-ervaring heeft, geeft de Franse burger uiteraard moed. Aan de andere kant blijft het een test, met alle reserves die daarbij horen. Dat hij bijna een seconde toe moest geven op koploper Rinus VeeKay deed hem dan ook niet zo veel.
“Ik weet het eigenlijk niet, maar het is absoluut ontzettend close. Er werden zeker een aantal erg snelle tijden neergezet vooraan. We hebben een ontzettend sterk veld, ook met (andere rookies, JD) als Jimmie Johnson en Scott McLaughlin aan boord, en heel veel ervaring. Dus ik moet hard blijven werken om mijn rijstijl aan te passen en om te begrijpen hoe je snelle tijden neerzet in een IndyCar,” besluit Grosjean.
Alle tekst © Jeroen Demmendaal